Met de zeezoogdieren en de vissen gaat het goed, met de (broed)vogels een stuk minder en de verdubbeling van invasieve soorten in tien jaar tijd is iets om in de gaten te houden. De Waddenzee lijkt er al met al redelijk voor te staan. Dat concludeert Sascha Klöpper van het in het Duitse Wilhelmshaven gevestigde Gemeenschappelijk Waddenzee Secretariaat voorzichtig uit de nieuwste updates van het continue monitoringsproces van de Waddenzee, van Den Helder tot Esbjerg.
Het is moeilijk één algemene conclusie te trekken uit zo’n brede monitoring , maar met de zeezoogdieren gaat het crescendo, stelt Klöpper vast. „Als de dieren aan de top van de voedselketen floreren, dan lijkt het hele systeem oké. Dat is een indicatie dat het min of meer goed gaat.”
Zeehonden
Zo zijn er vorig jaar meer gewone zeehonden waargenomen, sinds in 2000 met tellen begonnen is. De schatting is dat er rond de 40.000 leven in de Waddenzee. Daarnaast stabiliseert de grijze zeehond zich sinds 2008, met 9000 getelde exemplaren vorig jaar. En tot slot wordt de bruinvis steeds vaker gespot in de Waddenzee.
Bruinvis
„De bruinvis was altijd een Noordzeesoort, maar die hebben we sinds kort ook aangemerkt als Waddenzeesoort. We zien ze een klein beetje van voorkeur veranderen en zuidwaarts verplaatsen, dat zien we mede dankzij het gebruik van zenders. Voor het eerst hebben we vastgesteld dat er een paar bruinvissen zijn die ook blijven in de Waddenzee, dat is een nieuw inzicht.”
In deze monitoring zijn alle waarnemingen van Nederlandse, Duitse en Deense wetenschappers samengevoegd. Voor het eerst in vijf jaar zijn er updates toegevoegd op negen thema’s, er volgen nog updates voor andere gebieden.
Kraamkamer
In de afgelopen tien jaar zijn er 124 vissoorten geteld in de Waddenzee. „Dat is enorm”, vindt Klöpper. „We zagen de Waddenzee altijd als kraamkamer, maar de zee lijkt meer dan dat. ” Momenteel loopt er onderzoek (swimway) dat daar meer duidelijkheid over moet geven. Verschillende haaien- en roggensoorten zijn uit de zee verdwenen. Van de bedreigde vissoorten was er alleen een toename zichtbaar van de Noordzeehouting.
Niet even voorspoedig gaat het met de vogels. Van de 33 broedvogelsoorten in het Waddengebied, neemt het aantal bij 18 af. „In het westelijke deel van de Waddenzee, dus in Nederland en een stukje Duitsland, gaat het slechter dan in het oosten en noorden.” Predatie en afname van de aanwezigheid van voedsel gelden als oorzaken. De grootste procentuele afname is te zien bij de watersnip, gevolgd door de kiekendief en de kemphaan. De sterkste toename komt op het conto van de brandgans, en daarna de zwartkopmeeuw en de grote mantelmeeuw.
Trekvogels
Ook de trekvogels die foerageren in het gebied nemen gestaag af. Vogelteller Romke Kleefstra, die meeschreef aan het tellen van trekvogels, schrijft op Facebook geschrokken te zijn van de enorme afname (van 40 tot 50 procent) van de populaties eidereenden, scholeksters, zilvermeeuwen en kluten in de afgelopen dertig jaar. ’Gedurende de jaren negentig kwamen we op een maximum van zo’n 280.000 overwinterende eidereenden in de Deense, Duitse en Nederlandse Waddenzee, terwijl dat de afgelopen tien jaar nog zo’n 160.000 waren...’
Het is dan ook net naar welke trend je kijkt. Vooral de soorten die uit het Noordpoolgebied komen hebben het moeilijk, ziet Klöpper. „We zien dat de opwarming van de aarde invloed heeft op hun broedsucces.”
Enigszins verontrustend is verder de explosie aan invasieve soorten in de Waddenzee. Het aantal gerapporteerde soorten alleen al in de zee is tussen 2011 en 2020 bijna verdubbeld naar 113 soorten. Op het land gelden predatoren als de wasbeer, wasbeerhond, muskusrat en nijlgans als een potentiële bedreiging, zij het vooral op Duitse Waddeneilanden. „Exoten infecteren natuurlijk het ecosysteem. Alarmerend is het niet, maar we moeten wel een oogje in het zeil houden.”
Bron "Noord Hollands Dagblad".