Om aangenaam te (winter)kamperen is het belangrijk dat je jezelf warm genoeg houdt. Draag daarom meerdere lagen kleding over elkaar, dat is effectiever dan één heel dikke trui. Kies hierbij voor kleding gemaakt van materiaal dat vocht afvoert, zoals synthetisch materiaal of wol. Katoen neemt vocht op en is daardoor ongeschikt. Lang ondergoed is in het najaar geen overbodige luxe. Over je ondergoed draag je meerdere (dunne) tussenlagen en daar overheen een wind- en waterdichte buitenste laag. Trek als je veel beweegt een paar lagen kleding uit, en trek meer lagen kleding aan zodra je weer stil gaat zitten.

Neem extra stevige haringen mee voor je winterse kampeeravontuur. Lichtgewicht, aluminium haringen verbuigen in de harde, bevroren ondergrond. Gebruik stalen haringen. Als je haringen echt de grond niet in willen, bevestig je de haringogen met een touwtje aan zware stenen om je (kleine) tent op zijn plek te houden.

Niets zo vervelend als een nacht niet slapen van de kou. Je beschermt jezelf hiertegen door een goed isolerende slaapmat en een warme slaapzak mee te nemen. De meeste kou komt van de grond. Een standaard luchtbed bestaat alleen uit plastiek en lucht, waardoor de kou van de grond jouw lichaam bereikt. Geïsoleerde slaapmatten houden die kou wél tegen. Hoe goed een matje isoleert, wordt uitgedrukt in de R-waarde van de mat. Hoe hoger de R-waarde, hoe lager de grondtemperatuur kan worden voordat jij het koud krijgt. Kies voor kamperen in het najaar een mat met een R-waarde van 3 of hoger. Je kunt eventueel (raam)isolatiematjes onder je slaapmat leggen voor extra isolatie.

Met alleen een goede slaapmat ben je er nog niet. Je moet jezelf ook beschermen tegen kou van opzij en van boven. Breng dus ook een warme slaapzak en eventueel extra dekens mee. Let bij aanschaf van een slaapzak op de ‘comforttemperatuur’. Dit is de laagste temperatuur waarbij een slaapzak een gemiddelde man of vrouw warm genoeg houdt om de nacht comfortabel door te kunnen slapen. Het warmst blijf je in een slaapzak met een comforttemperatuur die lager is dan de nachttemperatuur aan de grond op je bestemming.

Zorg dat je in je slaapzak zit of ligt voordat je koud wordt. Je slaapzak is namelijk gemaakt om je warm te houden, niet om je warm te maken. Ben je toch koud geworden voordat je naar bed ging? Doe dan eerst een kleine work-out om weer warm te worden. Spring op en neer of doe een paar push-ups. Het kan ook helpen om wat extra te eten en zo je warmte producerende vertering in gang te zetten.

Het klinkt misschien niet heel logisch, maar je blijft ’s nachts warmer als je minder kleding draagt. Er treedt namelijk een wisselwerking op tussen jouw huid en de slaapzak. Lagen kleding verstoren die wisselwerking, waardoor je minder warm gehouden wordt. Bedek altijd je hoofd met een muts of de capuchon van je mummieslaapzak. Zo’n twintig tot dertig procent van de lichaamswarmte die je verliest, verlies je namelijk via je hoofd. Daarnaast zijn warme sokken fijn voor mensen die snel last hebben van koude voeten. Is het alsnog te koud kan je altijd een fleece deken over je slaapzaak heen leggen.

Wil je ’s avonds nog even met een hapje, drankje en goed verhaal zitten? Maak een kampvuur bij je tent. Neem een kruik mee je slaapzak in. Een waterfles gevuld met warm water volstaat ook als je geen kruik bij je hebt.

Neem je apparaten met batterijen en je kleding voor de volgende ochtend mee je slaapzak in. Telefoons, camera-accu’s en andere batterijen lopen minder snel leeg als je ze warm houdt. Stop kleding voor de volgende ochtend eventueel in het voeteneind van je slaapzak, zodat je ’s morgens niet meteen koud wordt als je je aankleedt. Dit geld ook als je met een gastankje kookt. Als gas te koud is wil het tankje niet op druk komen en kan je niet koken.