Peddeltechniek

Inleiding

Een correcte techniek verbetert het genot van kajakvaren, omdat het rendement groter wordt en minder inspanning vereist is. Bovendien verkleint een juiste techniek de kans op blessures.

De beweging tijdens het kajakvaren is cyclisch en wordt telkens op regelmatige basis herhaald, net zoals bij hardlopen, roeien en fietsen. De beweging tijdens het kajakvaren vertoont weinig piekbelastingen op het bewegingsapparaat, waardoor blessures minder vaak voorkomen. Voorwaarts varen is een beweging die binnen de mogelijkheden van het bewegingsapparaat ligt, waardoor blessures minder vaak voorkomen in de kajaksport.

De tekeningen zullen vervangen worden door beeld materiaal (foto en film).

Voorwaartse peddelslag

Voorwaarts varen is de meest gebruikte techniek in de kajaksport en het beheersen ervan is daarom van groot belang. Het voorwaarts varen is een totaalbeweging waarin verschillende fasen samenkomen, maar niet los van elkaar te beschouwen zijn.

De Techniek

De juiste techniek is belangrijk voor het efficiënt en veilig varen in een kajak. De basis hiervan begint bij het bovenlijf van de vaarder, waaruit de meeste kracht voor de beweging komt. Een goede rompdraai is daarom een wezenlijk onderdeel van de techniek.

Daarnaast spelen de benen ook een belangrijke rol. Ze ondersteunen namelijk de energie die bij de doorhaal wordt opgewekt en die wordt ontwikkeld tijdens de rompdraai. Hierdoor ontstaat de fietsbeweging van de benen, waarbij de knie aan de ene zijde gebogen is en het been aan de andere zijde gestrekt is tijdens de doorhaal. Dit proces wordt vervolgens aan beide zijden herhaald.

Samengevat is de techniek van het varen in een kajak een combinatie van het bovenlijf en de benen, waarbij de rompdraai en de fietsbeweging van de benen de nadruk krijgen. Door deze techniek te beheersen, kun je efficiënt en veilig varen in een kajak.

1

Bron tekening: N.K.B.

Fietsbeweging:

Het ontstaan ontstaat van het zogenaamde meefietsen van de benen, waarbij:

  • De knie aan de zijde van insteek is gebogen.
  • Tijdens de doorhaal wordt het been (actief) gestrekt.
  • Waarna aan de andere zijde het been weer wordtgebogen, voor de insteek en de doorhaal aan die zijde.
  • Bij het correct in het water steken van het linker blad voel je de druk op je linkervoet; dit is een teken dat de romp goed naar linksvoor gedraaid wordt.

 

De peddelbeweging is in vier onderdelen te onderscheiden

  • Insteek.
  • Doorhaal.
  • Uithaal en overhaal.
  • Duwbeweging.

De insteek

Bij de insteek is het van belang om de peddel zover mogelijk naar voren in het water de steken: het maken van een “lange slag”. Een lange slag betekent meer energie overbrenging op het water. De meeste kracht wordt ontwikkeld als het been (gebogen knie), romp (maximaal gedraaid), schouder (naar voren) en arm (maximaal gestrekt) zijn.

2

Bron tekening: N.K.B.

Techniek

De insteek is het moment dat het peddelblad in het water wordt gezet:

  • De peddel wordt zover mogelijk vóór de kuip in het water gezet. Dit wordt bereikt door:
  • De arm die de trekbeweging gaat uitvoeren is maximaal (geen overstrekking)gestrekt.
  • De schouder is naar voren gestrekt.
  • De romp is gedraaid in de richting van het peddelblad dat in het water wordt gestoken.
  • De knie aan de kant van de insteek is gebogen, de andere knie is gestrekt.
  • Het peddelblad staat loodrecht op de lengteas van de kajak.
  • De volle hand omvat de steel.
  • Het blad wordt in één keer in het water gestoken om aan de doorhaal te beginnen.

Punten van aandacht:

  • Met een minimale of geen rompdraai wordt de inzet verkort, waardoor tevens de insteek wordt verkort en resulteert in een te korte effectieve slag.
  • Arm is onvoldoende of niet gestrekt, waardoor de slag wordt verkort.
  • Als de knie niet gebogen is , wordt de slag eveneens verkort.
  • Het zitten in een voorovergebogen houding kan leiden tot belemmering van de rompdraai en ademhaling.
  • Let erop dat het peddelblad loodrecht op de lengteas van de kajak staat bij de insteek.

De doorhaal

De doorhaal is de motor achter de voorstuwing van een kajak. Het is de overdracht van kracht en energie van het lichaam naar het water, waardoor de kajak soepel en efficiënt voorwaarts beweegt.

  • Bij de doorhaal wordt het peddelblad in één beweging in het water geplaatst.
  • De arm blijft daarbij gestrekt.
  • De rompdraai is de beginfase voor deze beweging, waarbij de schouder samen met de romp meedraait naar achteren.
  • De arm die de peddel trekt, buigt en haalt deze vervolgens achteruit tot ongeveer heuphoogte, waarna de peddel weer uit het water wordt gehaald.
  • Met de arm aan de andere zijde wordt een duwende beweging gemaakt.
  • Hierbij is de romp maximaal naar de andere kant gedraaid en is de schouder maximaal naar achteren gedraaid.
  • Terwijl de knie aan de zijde van de doorhaal wordt gestrekt, wordt de andere knie gebogen.

Punten van aandacht

  • Het peddelblad zit gedeeltelijk in het water: dit geeft rendementsverlies.
  • De buiging van de arm begint te vroeg, waardoor de slag wordt verkort. Dus een verlies aan trekkracht.
  • Geen of nauwelijks rompdraai.
  • Geen ondersteuning van het been (fiets beweging).
  • De peddel wordt te ver naar achteren doorgetrokken.

Uithaal en overhaal

De peddelslag is beëindigd. Dit markeert ook een vermindering van spanning en geeft hierdoor ontspanning voor de armen en schouders.

  • Snijd de peddel schuin naar achteren uit het water, zorg ervoor dat de elleboog op handhoogte blijft.
  • Draai het peddelblad in de juiste positie voor een optimale kracht en precisie.
  • Maak gebruik van de rompdraai en schouderbeweging om de maximale kracht te genereren.
  • Strek de duwarm maximaal uit, zonder overstrekking.
  • Houd de duwarm ongeveer op ooghoogte.
  • Houd pink en ringvinger ontspannen op de peddelsteel voor comfort en controle.

Punten van aandacht

  • De duw arm zwaait te ver over de middellijn van de kajak.
  • De duw arm wordt niet op ooghoogte, maar lager uitgeduwd.
  • Beide fouten zorgen ervoor dat de peddel te ver naar achteren wordt doorgetrokken.
  • Dit resulteert er in dat de peddel gaat slepen en er snelheid verlies optreed.

Duw beweging

Met de doorhaal start de duwbeweging aan de andere zijde. De romp, schouder en arm zijn actief betrokken bij deze beweging. Ze vangen eerst de reactiekracht op die ontstaat door de doorhaal en dragen vervolgens bij aan het voortbewegen van de kajak.

De juiste uitvoering van de duwbeweging is belangrijk voor het verkrijgen van de juiste kracht en om blessures te voorkomen. Hier zijn de stappen om deze beweging correct uit te voeren:

  • De duw beweging begint van onderuit de romp.
  • Draai tegelijkertijd de romp en duw de schouder naar voren.
  • Houd de elleboog ongeveer op schouderhoogte en leg de onderarm en pols in elkaar verlengde (let op: een knikpols verhoogt het risico op een polsblessure).
  • Strek de duw arm op ongeveer ooghoogte.
  • Buig het been onder de duwarm.
  • Zorg ervoor dat aan het einde van de beweging de pink en ringvinger ontspannen op de steel liggen.
  • Houd de pols in het verlengde van de onderarm.
  • Laat de duw arm zwaaien tot maximaal het midden van de kajak.

Door de ringvinger en pink ontspannen op de steel te leggen, creëer je een “scharnierwerking” waardoor je:

  • De elleboog kunt strekken en een langere slag kunt maken.
  • De pols in het verlengde van de onderarm blijft, wat helpt bij het voorkomen van blessures.

Punten van aandacht

  • Weinig of geen rompdraai en in plaats hiervan duwen met de schouder, waardoor er met de armen wordt gevaren.
  • Een andere veelvoorkomende fout is dat de duw arm te hoog wordt opgeduwd, waardoor de peddel te dicht bij de kayak blijft. Hierdoor verliest de rompdraai zijn effectiviteit.
  • Het is ook belangrijk om te zorgen dat je armen niet te laag blijven, omdat dit leidt tot verlies van kracht en een verhoogd risico op knikkende polsen.
  • Het is dus ook belangrijk om ervoor te zorgen dat je onderarmen en polsen niet geknikt zijn, omdat dit de kans op knikkende polsen vergroot, vooral bij langdurige belasting.
  • Tot slot is het belangrijk om de rompdraai te gebruiken tijdens het varen in plaats van door te buigen, om de duwbeweging uit te voeren.

Met deze aanwijzingen zal je een efficiënte en soepele peddeltechniek ontwikkelen die je verder helpt bij het verbeteren van je vaardigheden op het water.

Bijbehorend beeld materiaal om de tekst te verduidelijken volgt in het voorjaar.

Achtersteven roer

Met een achtersteven roer kan de richting van een kajak ten opzichte van het water gestuurd worden, zonder dat er te veel snelheid verloren gaat. Dit wordt gebruikt in verschillende situaties op het water.

Op vlak, niet stromend water, wordt de techniek gebruikt om de koers in een smalle of lage doorgang (bijvoorbeeld bij een brug) te houden of om een obstakel te ontwijken. Hierdoor kan ook een kleine koerscorrectie aan het einde van een voorwaartse slag worden uitgevoerd.

Op water met golven, zoals bij wildwater, zee of schepen, wordt de techniek gebruikt om de kajak tijdens het surfen te sturen en in de gewenste richting te houden. De 'neutrale' positie is met de peddel langszij de kajak, met het blad verticaal in het water. Vanuit deze positie kan er op twee manieren gestuurd worden.

Eerst door het bewegen van de peddel, door het wegduwen van de kajak (met veel effect) of het naartoe trekken (met minder effect). Ten tweede door het variëren van de hoek van het peddelblad, door de bovenkant te kantelen weg van de kajak (met meer effect) of naar de kajak toe (met minder effect).

Het effect van deze bewegingen kan versterkt worden door op/af te kanten naar de zijde waar het peddelblad 'spoort' in het water. Met het achtersteven roer wordt de kajak dus gericht en stuurbaar, waardoor het surfen en het navigeren door verschillende omstandigheden veel makkelijker en effectiever wordt.

 

3

Bron tekening: N.K.B.

Op de afbeelding: Stuur je kayak soepel in de gewenste richting met het achterstevenroer. Door het bewegen van de peddel kun je de kayak richting geven. Trek het achterste blad van de peddel naar je toe om te sturen naar links, of duw het af om te sturen naar rechts. Zo bepaal je eenvoudig de richting waarin je kayak gaat.

Techniek

De 'neutrale' positie is de basis voor effectief sturen tijdens het kajakvaren. In deze positie ligt de peddel langszij de kajak, met het blad verticaal in het water. Vanuit deze positie kan er op twee manieren gestuurd worden: door beweging van de peddel of door variatie in de hoek van het blad.

Een duwende beweging van de kajak weg heeft veel effect en een trekkende beweging naar de kajak toe heeft minder effect. Daarnaast kan het effect versterkt worden door op- en af te kanten naar de zijde waar het peddelblad in het water 'spoort'. Bijvoorbeeld, met de peddel aan de rechterzijde in het water zal een duwende beweging naar rechts uitwijken (veel effect), terwijl een trekkende beweging naar links uitwijken (minder effect) zal veroorzaken.

Armen, onderlichaam, romp en hoofd spelen ook een belangrijke rol in het sturen van de kajak. Beide armen moeten zover mogelijk naar achteren worden gehouden, met de arm aan de peddelzijde bijna gestrekt en de andere voor het lichaam gebogen. De onderlichaam moet in de standaard positie zitten en de romp naar de peddelzijde gedraaid. De knie aan de peddelzijde kan worden gebruikt om de kajak op te kanten en het sturen te ondersteunen.

Om effectief te sturen, moet de steel zo laag, horizontaal en evenwijdig aan de kajak mogelijk worden gehouden, met het blad bepalend voor de stuurrichting. Het verplaatsen van het blad stuurt de kajak. Ten slotte is het belangrijk om in de vaarrichting te kijken en de kajak met de juiste combinatie van bewegingen en technieken te sturen.

Punten van aandacht

  • Als je deze techniek wilt uitvoeren in je kajak, maar niet de juiste snelheid hebt, zul je het effect daarvan niet waarnemen. Het is belangrijk om voldoende voorwaartse snelheid te hebben om de techniek optimaal te kunnen uitvoeren.
  • Een ander probleem dat je tegen kunt komen, is als de peddelsteel te dicht bij de kajak staat in de 'neutrale' positie. Hierdoor kun je alleen de duwende beweging uitvoeren, in plaats van de gewenste techniek.
  • Tenslotte, als het peddelblad te vlak op het water staat, remt dit de snelheid en belemmert het het uitvoeren van de techniek.

Voorsteven roer (Dufek)

Het voorsteven roer is een geavanceerde techniek die gebruikt wordt bij het kajakken op zowel vlak als stromend water. Deze techniek staat ook wel bekend als 'de Dufek', vernoemd naar de oorspronkelijke bedenker van deze methode. Het voorsteven roer is bedoeld als draaislag en vereist dat de snelheid van de kajak hoger is dan die van het water.

Het voorsteven roer is een statische slag die altijd in combinatie wordt uitgevoerd met een voorwaartse slag. Het blad wordt niet naar de kajak getrokken en het is dan ook geen trekslag. Bij het in- en uitvaren van een keerwater wordt het voorsteven roer gebruikt als draaislag. Hierbij gaat de slag altijd vooraf aan een voorwaartse boogslag.

Al met al is het voorsteven roer een uitdagende en geavanceerde techniek die vraagt om de nodige ervaring en vaardigheid van de kajakker. Door deze techniek goed te beheersen, kunnen kajakkers zich snel en efficiënt door het water bewegen en bochten maken met precisie en controle.

4

Bron tekening: N.K.B.

Het voorsteven roer is een geavanceerde stuurtechniek die alleen functioneert wanneer er ten opzichte van het water snelheid wordt gemaakt. Om deze stuurtechniek correct uit te voeren, dient de bovenste hand zich ter hoogte van het voorhoofd te bevinden. Het is belangrijk op te merken dat de afbeelding boven deze tekst niet volledig accuraat is in dit opzicht. Deze techniek eist veel training en vaardigheid van de kanovaarder. In eerste instantie zal deze techniek onstabiel aanvoelen zeker in stromend water.

(De tekeningen zullen vervangen worden door goede foto's en filmpjes.)

Techniek

Romp:

  • Bij  het uitvoeren van de draai dient de romp naar het blad te worden gedraaid, zodat de peddel zo efficiënt mogelijk in het water kan worden geplaatst.
  • De draai dient gedurende de hele manoeuvre te worden doorgezet, zodat de kajak zo snel en vloeiend mogelijk kan worden gedraaid.
  • Het lichaam dient rechtop te blijven bij het draaien, maar kan tijdens het inzetten van het blad voorwaarts leunen om zo het blad zo ver mogelijk voor in het water te plaatsen.

Onderlichaam:

  • Het onderlichaam dient actief te zijn bij het draaien, door de heupen en de tegenovergestelde knie te gebruiken om de kajak rond te trekken in de gewenste richting.
  • Afhankelijk van de gewenste snelheid en de scherpte van de draai kan de hoek van de kajak worden aangepast. (scherp draaien in een keerwater of een minder scherpe bocht bij een flauwe draai)

Armen:

  • De bovenste arm dient ter hoogte van het voorhoofd te worden gehouden tijdens het draaien, zodat de peddel in de juiste positie in het water kan worden geplaatst.
  • De elleboog van de onderste arm dient recht onder de bovenste hand te worden geplaatst, voor een optimale grip op de peddel.
  • De bovenste hand dient tegen het voorhoofd te worden geplaatst, voor extra stabiliteit tijdens het draaien.
  • De bovenste hand helpt bij het zetten van het hoekblad, om de kajak zo efficiënt mogelijk te kunnen draaien. (door de hoek van het peddelblad in het water te wijzigen verandert de hoek waarin de kajak draait)

Onder arm

  • Houd je onderarm gefixeerd en duw je elleboog naar voren om meer kracht te genereren.
  • Beperk de buitenwaartse polsdraai om de maximale hoek van het blad te bepalen.
  • Houd je arm in een hoek van 90 graden bij het snijden van de voorwaartse  slag.

Hoofd

  • Houd je hoofd gericht op de bewegingsrichting.

Peddelblad

  • Gebruik het peddelblad om de kajak rond te trekken door deze voorwaarts te bewegen.
  • Zet het blad op niveau met je knieën als je een snelle draai wilt maken.
  • Houd het blad in een hoek van 45 graden ten opzichte van de kajak.

Peddelsteel

  • Zorg ervoor dat de peddelsteel rechtop staat als je deze vanaf de voorkant bekijkt.
  • Buig de peddelsteel eventueel schuin om de hoek van het peddelblad aan te passen.

Punten van aandacht

Kajakken is in alle opzichten een uitdagende sport waarbij technische vaardigheden van groot belang zijn. Zelfs ervaren kajakkers kunnen fouten maken die hun prestaties negatief kan beïnvloeden.

  • Te weinig snelheid ten opzichte van het water - Een van de meest voorkomende fouten is het niet genoeg snelheid ontwikkelen ten opzichte van het water. Hierdoor is de kajak moeilijker te sturen en kan het lastig zijn om de gewenste koers te volgen.
  • Te vroeg ingezet; de kajak is nog niet ver genoeg in het keerwater - Bij het naderen van keerwater kan het verleidelijk zijn om te vroeg in te zetten en de kajak in te draaien. Echter, als de kajak nog niet ver genoeg in het keerwater is, kan het moeilijk zijn om de bocht volledig te maken en kan de kajak zelfs omkiepen.
  • De hoek van het peddelblad is niet juist - De hoek van het peddelblad is een belangrijke factor bij het voorsteven roer. Als de hoek niet juist is, kan de kajak van de koers afwijken en kan het peddelen zwaarder worden dan nodig.
  • De onderste arm wordt te veel gestrekt - Een andere veelgemaakte fout is het overmatig strekken van de onderste arm tijdens deze techniek. Dit kan leiden tot onnodige spanning en vermoeidheid in de arm, wat het effect van deze techniek kan belemmeren.
  • De bovenste arm wordt te ver over het midden van de kajak gebracht en vaak boven, of zelfs achter het hoofd gehouden - Het de bovenste arm te ver over het midden van de kajak brengen kan de stabiliteit van de kajak in gevaar brengen. Daarnaast kan het boven het hoofd houden van de arm leiden tot spanning in de nek en schouders.

Aandacht voor de techniek is belangrijk om je prestaties te verbeteren en om de veiligheid te waarborgen tijdens het kajakken. Met regelmatige oefening en aandacht voor technische vaardigheden kan je je kajakvaardigheden verbeteren en genieten van deze prachtige sport.

Stoppen

De techniek van het stoppen is ook een belangrijke vaardigheid in het kajakken, die wordt gebruikt om de kajak snel en effectief tot stilstand te brengen, vooral in situaties waarin obstakels onverwacht opduiken in het water. Op stromend water (branding) kan deze techniek goed worden gebruikt.

Als je tijdens het voorwaarts varen wilt stoppen, gebruik dan achterwaartse slagen. Deze slagen helpen je om de kajak snel af te remmen en tot stilstand te brengen. Door deze techniek regelmatig te oefenen, zul je in staat zijn om snel te reageren op onverwachte obstakels en jezelf en je mede vaarders veiligheid te bieden.

Als je tijdens het achterwaarts varen wilt stoppen, gebruik dan voorwaartse slagen.. Deze slagen zullen je helpen om de kajak snel tot stilstand te brengen. Door deze techniek te oefenen, zul je in staat zijn om je kajak veilig en effectief te besturen, ongeacht de omstandigheden.

Kortom, het stoppen is een essentiële techniek in het kajakken die je moet beheersen om veilig te kunnen varen. Door regelmatig te oefenen en de juiste slagen te gebruiken, kun je met je mede vaarders veilig en vol vertrouwen het water op gaan.

Techniek

  • Wanneer je wilt stoppen, moet je je peddels zo krachtig mogelijk gebruiken om te vertragen en uiteindelijk te stoppen. Focus op het gebruik van je buikspieren en schouders om meer kracht te genereren.
  • Om snelheid te verminderen, gebruikt je korte en snelle slagen. Dit zal helpen om meer controle te krijgen over de kajak en de snelheid effectiever te beheersen.
  • Soms kan het stoppen te zwaar zijn, zeker voor beginners. In dat geval kun je de peddel slechts gedeeltelijk onder water steken om je snelheid te verminderen en je kajak te stoppen.
  • Als er stroming is, kan het zijn dat je kajak zijwaarts wordt bewogen. Houd hier rekening mee door je peddels zo te plaatsen dat je de stroming tegengaat en je kajak in de gewenste richting blijft bewegen.

Punten van aandacht

  • Het gebruik van te lange slagen die beginnen achter het lichaam moet worden vermeden. In plaats daarvan moeten korte slagen worden gebruikt die beginnen op heuphoogte. Dit zorgt voor meer controle en kracht tijdens het stoppen van de kajak.
  • De peddel moet niet 'aaien' over het water, maar er juist doorheen snijden. Dit betekent dat de peddel met kracht door het water moet worden bewogen, zodat er snel vaart wordt terug genomen.
  • De houding van de handen op de peddel is ook belangrijk. De handen moeten zich ongeveer op schouderbreedte bevinden en de hoek van de peddel moet worden aangepast aan de persoonlijke voorkeur en de omstandigheden.
  • Tot slot gebruik niet de holle kant van de peddel om meer kracht te genereren bij het stoppen van de kajak.

Boogslag voorwaarts

Ook boogslagen zijn essentiële technieken in het kajakken om de richting van de kajak te veranderen, vergelijkbaar met de elementaire stuurslagen. Ze worden gebruikt om de kajak van richting te doen veranderen zonder veel snelheid te verliezen. Boogslagen worden vaak gebruikt bij het draaien van 180 of 360 graden, en bij het invaren of uitvaren van een keerwater gevolgd door een lage steun of voorsteven roer.

De boogslag wordt gekenmerkt door een grote boog die om de romp van de kajak wordt gemaakt. Het begint zo ver mogelijk voor bij de kajak, waarbij het peddelblad met een grote boog naar achteren wordt bewogen. Het is van groot belang om tijdens de boogslag het peddelblad goed in de gaten te houden en ervoor te zorgen dat bijna de hele kajak wordt aangeraakt voordat de slag wordt afgemaakt. Het eerste en laatste deel van de slag zorgen ervoor dat de kajak draait.

5

Bron tekening: N.K.B.

Het beheersen van de boogslag is een belangrijke vaardigheid voor het kajakken. Door het toepassen van de juiste techniek, kun je je kajak nauwkeurig en efficiënt sturen en zelfs complexe manoeuvres uitvoeren. Het is van belang om de boogslag goed onder de knie te krijgen en regelmatig te oefenen om je vaardigheden te verbeteren.

Het is belangrijk op te merken dat, ondanks wat de tekening suggereert, bij het uitvoeren van deze techniek het van cruciaal belang is om je hoofd te draaien en in de richting te kijken waar je naartoe wilt. Hoewel de tekening wellicht anders doet vermoeden, is het kijken in de juiste richting van groot belang om de gewenste resultaten te bereiken.

Techniek

Armen:

  • Houd de armen recht totdat de arm wordt opgetild.
    Plaats de andere arm in een comfortabele positie, waarbij de elleboog recht achter de hand blijft, maar niet hoger dan de schouder.
    Er zijn drie fasen in de trekbeweging: weg van de kajak, parallel en naar de achterpunt. Maak gebruik van alledrie de fases en zorg dat je de duwarm lichtjes tegen de peddel drukt

Romp:

  • Beweeg de schouders tegelijkertijd met de peddelsteel en leun lichtjes naar voren en naar achteren om de beweging groter te maken. Zorg ervoor dat je stil blijft zitten.

Onderlichaam:

  • Gebruik je knieën, voeten en heupen om de draaiing over te brengen op de kajak.

Schouders:

  • Laat de schouders lichtjes naar de kant van de boogslag hangen om in die positie te blijven.

Peddel:

  • Zorg ervoor dat het gehele blad in het water zit en dat het blad loodrecht op het oppervlak van het water staat. Begin de peddelbeweging bij je voeten.

Punten van aandacht

Let op dat de dat de slag in zijn geheel wordt afgemaakt. Dit betekent dat de peddel pas uit het water wordt gehaald voordat de volgende slag wordt ingezet. Het gevolg hiervan is dat er alle kracht wordt overgedragen op de kajak, waardoor deze meer snelheid maakt. Zorg er dus voor dat de slag helemaal wordt afgemaakt voordat de volgende wordt ingezet.

Een  veelvoorkomende fout is dat het peddelblad te dicht bij de kajak blijft tijdens de boogslag. Hierdoor wordt er minder water gepakt en verlies je kracht en snelheid. Zorg er dus voor dat het peddelblad ver genoeg van de kajak wordt geplaatst, zodat er voldoende water wordt gepakt.

Een volgende veelvoorkomende fout is het ontbreken van een rompinzet. De rompinzet is een belangrijk onderdeel van de boogslag, waarbij je je bovenlichaam gebruikt om de kajak te sturen. Het ontbreken hiervan kan leiden tot onnodige stuurcorrecties.

Daarnaast kan een onjuiste positie van de 'passieve' hand en arm leiden tot inefficiëntie tijdens het gebruik van de boogslag techniek. Deze hand moet vlakbij de romp blijven om de juiste balans te behouden. Als deze hand te ver weg is, kan dit leiden tot instabiliteit en inefficiëntie tijdens het uitvoeren van de boogslag.

Tot slot kan het voorkomen dat je naar de boogslag toe gaat hangen tijdens het peddelen. Dit kan leiden tot instabiliteit en inefficiëntie, en kan zelfs gevaarlijk zijn in ruw water. Zorg er dus voor dat je rechtop blijft zitten tijdens het peddelen en je gewicht gelijkmatig verdeelt over de kajak.

Boogslag achterwaarts

De boogslag achterwaarts is een techniek in het kajakken, die gebruikt wordt om de richting van de kajak te veranderen. Deze techniek kan op verschillende manieren worden toegepast, afhankelijk van de situatie.

Ten eerste kan de boogslag achterwaarts op zichzelf staand worden gebruikt. Bij deze techniek steekt de kajakker zijn peddel achter de heupen in het water, en trekt deze in een boogvorm richting naar de voorkant van de kajak. Hierdoor ontstaat er een draaikracht, waardoor de kajak van richting verandert.

Een tweede toepassing van de boogslag achterwaarts is in combinatie met een voorwaartse boogslag aan de andere kant. Door eerst een voorwaartse boogslag te maken, wordt de kajak in de gewenste richting gedraaid. Vervolgens kan de boogslag achterwaarts worden gebruikt om de draai verder te accentueren en de kajak definitief van richting te laten veranderen.

Een derde toepassing van de boogslag achterwaarts is in combinatie met een achtersteven roer. Het achtersteven roer wordt gebruikt om de kajak in een bocht te laten draaien, terwijl de boogslag achterwaarts wordt gebruikt om de bocht verder te accentueren en de kajak precies in de gewenste richting te laten draaien.

6

Bron tekening: N.K.B.

Tot slot kan de boogslag achterwaarts ook worden opgevolgd door een trekslag voorwaarts. Door de boogslag achterwaarts te gebruiken en deze direct op te laten volgen met een trekslag voorwaarts, kan de kajak snel van richting veranderen en een scherpe bocht maken.

Kortom, de boogslag achterwaarts is een veelzijdige techniek die op verschillende manieren kan worden toegepast om de richting van de kajak te veranderen.

De drie fasen van de boogslag. Dit geld voor zowel de voorwaartse boogslag als de achterwaartse boogslag.

Techniek

Armen:

  • Tijdens het kajakken is het belangrijk om de juiste techniek toe te passen voor de armen. Zorg ervoor dat de duwarm gestrekt is, terwijl de andere arm zo dicht mogelijk voor de borst wordt gehouden, waarbij de onderarm en peddel een hoek van 90 graden vormen. De duwbeweging bestaat uit drie fases: weg van de kajak, parallel aan de kajak en tot ca. 45 graden t.o.v. de as van de kajak naar de voorkant. De totale duwbeweging is dus een cirkelboog van ongeveer 135 graden.

Romp:

  • Beweeg de schouders tegelijkertijd met de peddelsteel en leun lichtjes naar voren en naar achteren om de beweging groter te maken. Zorg ervoor dat je stil blijft zitten.
    Onderlichaam: Het onderlichaam speelt ook een belangrijke rol tijdens het kajakken. Net als bij de boogslag voorwaarts, moet je je onderlichaam gebruiken om kracht te zetten en de kajak vooruit te duwen.

Schouders:

  • De juiste techniek voor de schouders is vergelijkbaar met de boogslag voorwaarts en de romp. Zorg ervoor dat je de schouders in lijn houdt met de rest van het lichaam en gebruik ze om kracht te zetten tijdens het kajakken.

Peddel:

  • Tot slot is het belangrijk om de juiste techniek toe te passen voor de peddel. Zorg ervoor dat het gehele blad in het water wordt geplaatst en dat het blad loodrecht op het oppervlak van het water staat.

Punten van aandacht

Let op dat de dat de slag in zijn geheel wordt afgemaakt. Dit betekent dat de peddel pas uit het water wordt gehaald voordat de volgende slag wordt ingezet. Het gevolg hiervan is dat er alle kracht wordt overgedragen op de kajak, waardoor deze meer snelheid maakt. Zorg er dus voor dat de slag helemaal wordt afgemaakt voordat de volgende wordt ingezet.

Een  veelvoorkomende fout is dat het peddelblad te dicht bij de kajak blijft tijdens de boogslag. Hierdoor wordt er minder water gepakt en verlies je kracht en snelheid. Zorg er dus voor dat het peddelblad ver genoeg van de kajak wordt geplaatst, zodat er voldoende water wordt gepakt.

Een volgende veelvoorkomende fout is het ontbreken van een rompinzet. De rompinzet is een belangrijk onderdeel van de boogslag, waarbij je je bovenlichaam gebruikt om de kajak te sturen. Het ontbreken hiervan kan leiden tot onnodige stuurcorrecties.

Daarnaast kan een onjuiste positie van de 'passieve' hand en arm leiden tot inefficiëntie tijdens het gebruik van de boogslag techniek. Deze hand moet vlakbij de romp blijven om de juiste balans te behouden. Als deze hand te ver weg is, kan dit leiden tot instabiliteit en inefficiëntie tijdens het uitvoeren van de boogslag.

Tot slot kan het voorkomen dat je naar de boogslag toe gaat hangen tijdens het peddelen. Dit kan leiden tot instabiliteit en inefficiëntie, en kan zelfs gevaarlijk zijn in ruw water. Zorg er dus voor dat je rechtop blijft zitten tijdens het peddelen en je gewicht gelijkmatig verdeelt over de kajak.

Achterwaarts varen

Achterwaarts varen is een belangrijke vaardigheid voor kajakkers die in verschillende situaties van pas kan komen. Het kan onderdeel zijn van manoeuvreren naar achteren, bijvoorbeeld om een nauwe doorgang achteruit te navigeren. Ook na een noodstop kan het nodig zijn om achteruit te varen om een obstakel te ontwijken.

In situaties waarbij kracht in tegengestelde richting vereist is, kan het blad vlak langs de kant van de kajak worden gehouden om effectief te kunnen achteruitvaren.

7

Bron tekening: N.K.B.

Techniek

Bij het achterwaarts varen is het belangrijk om enkele aandachtspunten in acht te nemen voor een veilige en effectieve vaart.

  • Start vanuit dezelfde positie als bij het voorwaarts varen, zodat je een goede balans en stabiliteit hebt.
  • Gebruik het achterste deel van het peddelblad om krachtig te kunnen sturen. Zo kan je de kajak nauwkeurig manoeuvreren.
  • Maak een sterke rompdraai om de kajak in de gewenste richting te draaien. Dit vergt meer kracht en coördinatie dan bij het voorwaarts varen.
  • Let op dat je niet te ver naar achteren leunt, maar ook niet te ver naar voren buigt. Een rechte, licht achterovergebogen houding zorgt voor een goede controle over de kajak.
  • Houd de armen dicht langs de kajak en trek krachtig door om snelheid te maken en de kajak in de gewenste richting te sturen.
  • De sturing van de kajak gebeurt voornamelijk door de heupen en benen. Het is belangrijk om je onderlichaam ontspannen te houden, behalve in ruw water waarbij een stevige kniehouding meer stabiliteit biedt.
  • Kijk regelmatig over een schouder om de vaarrichting en nauwkeurigheid te controleren. Zo kan je ook de achterkant van de kajak in het oog houden om een rechte koers te blijven varen.
     

Punten van aandacht

Bij het achterwaarts varen is het belangrijk om op de juiste manier gebruik te maken van de peddel. Er zijn een aantal veelvoorkomende fouten die worden gemaakt en die de efficiëntie van de slagen verminderen. Zo wordt de holle kant van de peddel bijvoorbeeld gebruikt, terwijl dit niet de bedoeling is. Het is belangrijk om de platte/bolle kant van de peddel in het water te steken en deze door het water te duwen.

Een andere veel voorkomende fout die vaak gemaakt wordt, is het maken van te wijd uitgehaalde slagen. Dan wordt de techniek meer een boogslag achterwaarts. Om de efficiëntie van de slagen te vergroten, is het belangrijk om de slagen niet te wijd te maken en de peddel dicht bij de boot te houden.

Tot slot wordt het blad van de peddel soms niet correct in het water gestoken, waardoor het blad niet door het water wordt gehaald, maar over het water naar voren wordt gebracht. Om dit te voorkomen, is het belangrijk om het blad correct in het water te steken, zodat er voldoende druk ontstaat om de boot achteruit te bewegen.

Zijwaarts verplaatsen (Trekslag)

Zijwaartse trekslag rechts en links.

Als je je kajak zijwaarts wilt verplaatsen, bijvoorbeeld om naar de kant te gaan of naar de kajak van een vriend, is de trekslag een handige techniek om te leren. Hoewel het misschien iets moeilijker is dan andere technieken, is het waarschijnlijk de meest krachtige en maakt het gemakkelijk om je balans te behouden.

Om de trekslag uit te voeren, begin je door je peddel vast te houden met een normale voorwaartse peddelgreep. Draai je bovenlichaam vervolgens zijwaarts en steek je peddel bijna verticaal in het water. Buig je bovenarm ongeveer 90 graden en houd hem hoog (ter hoogte van je hoofd), terwijl je ervoor zorgt dat het werkblad van je peddel naar de kajak gericht is.

Het is een goed idee om eerst te voelen hoe je peddel zich gedraagt in het water. Je zult merken dat het blad bijna zijn eigen wil heeft; het snijdt het water gemakkelijk parallel aan je kajak, maar het vergt meer moeite om het blad dichter of verder van de kajak te bewegen.

8

Bron tekening: N.K.B.

Door je peddel voor- en achteruit te bewegen terwijl je deze parallel aan je kajak houdt en het werkblad steeds een kwartslag te draaien en naar je toe te halen, kun je je kajak zijwaarts verplaatsen. De kajak zal zich bewegen in de richting waar je peddel zich bevindt.

Houd je bovenste hand in een redelijk vaste positie en beweeg het blad in het water met je onderste hand. Voer de beweging continu uit en beweeg je peddel op zo'n manier dat het blad een steeds naar je toe gehaald wordt.

Het kan even duren voordat je de trekslag onder de knie hebt, maar met oefening zul je merken dat het een zeer effectieve techniek is om je kajak zijwaarts te bewegen.

Techniek

Het is belangrijk om de juiste armtechniek te gebruiken bij de trekslag, om deze efficiënt uit te kunnen voeren en je kajak goed te kunnen manoeuvreren. Hieronder vind je een beschrijving van de juiste positie van de armen bij het kajakken:

Bovenste arm:

  • Zorg ervoor dat je bovenste arm hoog is en niet lager dan je voorhoofd.
  • Houd je bovenste arm duidelijk naar voren gericht.
  • Laat je elleboog naar boven wijzen voor een optimale houding.
  • Af en toe is een lichte beweging in de bovenarm samen met de onderarm nodig voor de juiste techniek.

Onderste arm (trekarm):

  • Strek je onderste arm geheel uit om de peddel naar de kajak te trekken.
  • Je onderste arm doet het meeste werk bij het peddelen.
  • Trek de peddel naar je heup om de kajak vooruit te bewegen.
  • Gebruik je onderste arm om de bewegingsrichting van de kajak te controleren.

Door de juiste armtechniek te gebruiken, kun je meer kracht genereren. Dit zorgt voor meer controle over je kajak en maakt het gemakkelijker om te manoeuvreren. Zorg ervoor dat je aandacht blijft besteden aan de positie van je armen tijdens deze techniek.

Een goede romp techniek is essentieel bij het kajakken. Het draagt bij aan de controle van de kajak en zorgt ervoor dat je efficiënt kan peddelen. Hieronder vind je een beschrijving van de juiste romp techniek:

Bewegingsrichting:

  • Maak een lichte beweging in de bewegingsrichting van de kajak. Beweeg je romp dus mee met de richting waarin je peddelt.
  • Deze lichte beweging helpt je om je kajak te sturen en te manoeuvreren.

Lichaamshouding:

  • Houd je lichaam rechtop en stabiel tijdens het kajakken.
  • Om deze houding te behouden, is een goede spierkracht en flexibiliteit van de romp nodig.
  • Zorg ervoor dat je voldoende flexibiliteit hebt in het zijdelings buigen van je onderlichaam.

Knie omhoog:

  • Houd je knie omhoog aan de kant waar je peddel in het water steekt.
  • Dit zorgt ervoor dat je meer kracht kunt zetten op de peddel en maakt het gemakkelijker om je kajak te sturen.

Heup flexibiliteit:

  • Om de juiste romp techniek toe te passen, is flexibiliteit in je heupen vereist.
  • Door je heupen te draaien, kun je je kajak beter sturen en manoeuvreren.

Hoofd:

  • Als peddelaar ben je verantwoordelijk voor het overzicht van de bewegingen die je maakt, zowel voorwaarts, zijwaarts als achterwaarts. Zorg dat je altijd alert bent op je omgeving.
  • Bij het maken van een trekslag is het belangrijk om in het blad te kijken om de juiste beweging te kunnen maken.

Peddel:

  • Houd de steel van de peddel zoveel mogelijk rechtop tijdens de slag. Dit zorgt voor meer kracht en efficiëntie.
  • Plaats de hele peddel aan de trekkant van de kajak om een sterke en stabiele grip te creëren.
  • Zorg ervoor dat het onderste peddelblad volledig onder water is om maximale kracht te kunnen leveren.

Kajak:

  • Als je de kajak zijwaarts wilt bewegen, kun je de zijkant aan de peddelzijde omhoog brengen om het water er beter onderdoor te laten gaan.

Gevoel:

  • Houd in gedachten dat de kajak zich beweegt naar de kant waar de peddel zich bevindt. Door dit in gedachten te houden, kun je je bewegingen nauwkeuriger maken en beter sturen.

Punten van aandacht

Om de zijwaartse beweging van de kajak met behulp van de trekslag goed uit te voeren, zijn er een aantal punten van aandacht die belangrijk zijn om in gedachten te houden. Hieronder worden deze punten van aandacht beschreven.

De peddel is niet verticaal genoeg:

  • Een veelvoorkomende fout bij het uitvoeren van de trekslag is dat de peddel niet verticaal genoeg in het water wordt gestoken. Om de meeste kracht te genereren en de juiste richting te behouden, moet de peddel bijna verticaal in het water staan. Zorg er daarom voor dat je de peddel bijna loodrecht in het water steekt en dat het werkblad naar de kajak is gericht.

De romp is te weinig gedraaid:

  • Een andere veelvoorkomende fout is dat de romp te weinig wordt gedraaid tijdens de uitvoering van de trekslag. Een goede draai van de romp is cruciaal om de kracht van de slag over te brengen op de kajak en om de juiste richting te behouden. Zorg ervoor dat je tijdens de uitvoering van de trekslag je bovenlichaam zijwaarts draait en je bovenste arm hoog houdt.

De bovenste arm/pols beweegt teveel mee:

  • Een derde aandachtspunt is dat de bovenste arm/pols vaak teveel meebeweegt tijdens de uitvoering van de trekslag. Het is belangrijk om de bovenste arm stil te houden en voornamelijk te gebruiken om de peddel vast te houden en de juiste positie te behouden. De meeste kracht komt vanuit de onderste arm die de peddel naar de kajak trekt.

Te ver buiten de kajak hangen, waardoor er water op het dek komt:

  • Een laatste punt van aandacht is dat je niet te ver buiten de kajak moet hangen tijdens het uitvoeren van de trekslag. Dit kan ervoor zorgen dat er water op het dek komt, wat de zijwaartse verplaatsing bemoeilijkt. Zorg ervoor dat je dicht bij de kajak blijft en dat je de kajak min of meer horizontaal houdt om te voorkomen dat er water op het dek komt.

Zijwaarts verplaatsen (Wrikslag of Scullen)

Bij het uitvoeren van het zijwaarts scullen in een kajak is het mogelijk om de kajak nauwkeurig zijwaarts te verplaatsen door te variëren in de positie waar de sculslag langs de kajak wordt uitgevoerd. Net als bij de trekslag, begint het zijwaarts scullen vanuit dezelfde uitgangspositie en heeft de bovenarm dezelfde houding als bij de trekslag.

Het verschil is dat bij het zijwaarts scullen is dat het peddelblad in een continue beweging langs de zijkant van de kajak wordt bewogen. Door de hoek van het blad in het water te variëren, kan de kajak met grote precisie zijwaarts worden verplaatst.

Het kan in het begin even duren voordat je het zijwaarts scullen onder de knie hebt, omdat het een techniek is die precisie en coördinatie vereist. Maar met enige oefening zul je merken dat het zijwaarts scullen een zeer effectieve techniek is om je kajak zijwaarts te bewegen.

9

Bron tekening: N.K.B.

Techniek

Een correcte houding is van cruciaal belang bij het zijwaarts sculle. Het zorgt niet alleen voor een betere controle over de boot, maar ook voor het verminderen van de kans op blessures en het optimaliseren van de krachtoverdracht.

Houding:

  • Bij het zijwaarts scullen is de houding grotendeels gelijk aan de houding tijdens de trekslag. Het is belangrijk om rechtop te zitten met een lichte vooroverbuiging vanuit de heupen. De rug moet recht zijn en de schouders ontspannen. De knieën zijn licht gebogen en de voeten rusten plat op de voetsteunen.

Armen:

  • De positie van de armen tijdens het zijwaarts scullen is van groot belang. De afstand tussen de peddel en de kajak is het midden tussen de twee uiterste standen bij de trekslag. Dit zorgt voor de meest efficiënte krachtoverdracht. De arm aan de steunzijde is gebogen en de elleboog zit dicht tegen de zij. Dit geeft stabiliteit en helpt bij een krachtiger uitvoering van deze techniek.

Punten van aandacht

  • Plaatsing van bovenste hand op de peddelsteel moet juist zijn; deze moet niet omgedraaid zijn.
  • Romp moet in de bewegingsrichting gedraaid worden.
  • Peddel moet nagenoeg verticaal gehouden worden om het water onder de kajak te duwen in plaats van naar beneden (niet efficiënt).
  • Sculslagen te dicht tegen de kajak hebben weinig effectief en zullen de kans op omslaan vergroten.
  • Vermijd veel beweging in de bovenste arm; enkel de onderste arm en pols moeten het werk doen.
  • Als de kajak zijwaarts en naar voren beweegt, moeten de sculslagen meer achter de heup gemaakt worden. Dit vereist meer rompdraai.

Lage steun

Het belang van het gebruik van de lage steun bij het kajakken.

Waarom is het gebruik van lage steun belangrijk? Een lage steun is een kajaktechniek waarbij je je peddel gebruikt om je kajak in evenwicht te houden en te voorkomen dat je omslaat. Het is een van de belangrijkste technieken die je zou moet beheersen bij het kajakken, omdat het je helpt om veilig te blijven en je stabiliteit te behouden, vooral in stromend water en ruwe omstandigheden zoals op groot water.

10

Bron tekening: N.K.B.

Door het gebruik van lage steun kun je je kajak stabiliseren, waardoor je niet alleen je evenwicht behoudt, maar ook je peddeltechniek verbetert. Wanneer je de lage steun toepast, zorg dan ervoor dat je je peddel op een optimale manier gebruikt en dus meer controle hebt over je kajak. Hierdoor kan je sneller en efficiënter manoeuvreren en beter omgaan met onverwachte omstandigheden.

Hoe past je de lage steun toe? Het toepassen van lage steun kan in het begin lastig zijn, maar door regelmatige oefening zal je deze techniek redelijk snel onder de knie krijgen.

Techniek

  • Zorg ervoor dat je je comfortabel voelt in je kajak en dat je je in een stabiele positie bevindt.
  • Breng je peddel naar de kant waar je de ondersteuning nodig hebt.
  • Plaats de bladzijde van je peddel plat op het wateroppervlak, met je handen op schouderbreedte uit elkaar.
  • Buig je knieën en kant de zijde van je kajak op waar je de ondersteuning nodig hebt.
  • Duw stevig op het water met het blad van je peddel terwijl je de kajak op gekant houdt. Dit helpt je om je evenwicht te behouden en te voorkomt dat je omslaat.
  • Herhaal de bovenstaande stappen aan de andere kant van je kajak om de techniek aan beide zijden te oefenen.

Punten van aandacht

  • Het peddelblad is te dicht bij de kajak, de arm is te veel gebogen, waardoor de hefboom kleiner wordt. Dit kan je techniek van de lage steun belemmeren en je vooruitgang vertragen.
  • Het peddelblad is niet ter hoogte van de heup, maar te veel naar voren of naar achteren. Als je peddelblad te ver naar voren of naar achteren is geplaatst, kan dit je evenwicht verstoren en je techniek van de lage steun belemmeren. Houd je peddelblad ter hoogte van je heupen om de beste resultaten te behalen.
  • Een slechte coördinatie tussen de arm- en de heupbeweging; er moet bewegingsoverdracht zijn. Een goede coördinatie tussen je arm- en heupbeweging is essentieel tijdens deze techniek. Als je niet de juiste bewegingsoverdracht tussen je arm en heup hebt, zal je minder kracht genereren en dit zal je techniek belemmeren. Het is belangrijk om je bewegingen te coördineren om maximale efficiëntie te bereiken.
  • De elle bogen zijn niet recht boven de peddelsteel. Wanneer de lage steun uitvoert, is het belangrijk om je elle bogen recht boven de peddelsteel te houden. Als je elle bogen niet recht boven de peddelsteel zijn, kan dit je techniek belemmeren en je vooruitgang vertragen. Houd je elle bogen recht boven de peddelsteel om de beste resultaten te behalen.

Conclusie: Het beheersen van lage steun is essentieel voor elke kajakker, ongeacht of je een beginner of een gevorderde bent. Het is een belangrijke techniek die je helpt om veilig te varen. Door oefening zal je techniek te verbeteren en zal je de kajak beter te beheersen.

Hoge steun

De hoge steun is een cruciale techniek voor kajakkers die zich in uitdagend water bevinden. Er zijn verschillende situaties waarin de hoge steun van pas kan komen. Ten eerste kan het worden gebruikt om de balans te herstellen in situaties waarin de kajakker dreigt om te slaan. Door snel de knie- en heupbeweging toe te passen, kan de kajakker de boot weer in balans brengen en voorkomen dat hij of zij omslaat.

Een tweede reden om de hoge steun toe te passen, is als reactie op een mislukte lage steun. Als de kajakker er niet in slaagt om de lage steun correct uit te voeren, kan de hoge steun worden gebruikt als backup-methode om de boot in balans te houden.

Ten slotte kan de hoge steun ook worden gebruikt als steun in een wals of bij het branding varen. In deze situaties is het essentieel om snel en wendbaar te zijn, en de hoge steun kan kajakkers helpen om hun boot snel en efficiënt te manoeuvreren.

Het is belangrijk op te merken dat de hoge steun een techniek is die veel oefening en ervaring vereist. Kajakkers moeten zich goed concentreren en hun bewegingen nauwkeurig uitvoeren om de techniek goed onder de knie te krijgen.

Een veelvoorkomende fout is om de linkerarm te ver te strekken, waardoor de elleboog te ver van het lichaam komt. Het is belangrijk om de elleboog bij het lichaam te houden om de techniek effectief te kunnen toepassen. Met voldoende oefening en concentratie kan de hoge steun een waardevolle techniek zijn voor kajakkers die zich willen wagen aan ruw water.

11

Bron tekening: N.K.B.

Deze afbeelding bevat een kleine onnauwkeurigheid. De linkerarm van deze vaarder is te ver van het lichaam. De elleboog blijft bij het lichaam.

Techniek

De houding en bewegingen van de armen, onderlichaam, romp, hoofd en peddel tijdens het kajakken zijn van groot belang om effectief te kunnen manoeuvreren en de boot in balans te houden. Hieronder vind je een aantal belangrijke punten om op te letten tijdens het uitvoeren van de hoge steun:

Armen:

  • Maak een hangende, trekkende beweging op de steel van de peddel, naar de kajak en naar beneden toe.
  • Reik lichtjes weg van de kajak aan de steunkant om voldoende ruimte te creëren voor de heupbeweging.
  • Zorg ervoor dat de elleboog onder de peddel een hoek van 90 graden maakt met de steel.

Onderlichaam:

  • Maak een krachtige heupbeweging zodra de peddel contact maakt met het water.
  • Ondersteun de heupbeweging met kniesteunen, heupkussens en het zitje.
  • Zorg ervoor dat de heupbeweging snel en krachtig is.

Romp:

  • Houd de romp laag om de stabiliteit van de boot te behouden.
  • Til de romp uit het water nadat de heupbeweging is voltooid.
  • Wees flexibel in alle richtingen om de bewegingen soepel te kunnen uitvoeren.

Hoofd:

  • Draai het hoofd naar de 'natte' schouder zodra de heupbeweging wordt ingezet en de kajak kantelt.
  • Houd het hoofd laag en in lijn met de rest van het lichaam.

Peddel:

  • Houd de steel van de peddel zo horizontaal mogelijk om de kracht en efficiëntie van de bewegingen te vergroten.

Peddelsteun:

  • Draai de pols naar achteren en haal de peddel verticaal uit het water om de steun af te ronden.

Door deze bewegingen en houdingen goed in de gaten te houden en te oefenen, kan je als kajakker beter en veiliger manoeuvreren in het water en meer controle houden over je boot.

Punten van aandacht

Bij het uitvoeren van de hoge steun zijn er een aantal belangrijke aandachtspunten om in gedachten te houden. Hieronder worden twee veelvoorkomende problemen beschreven:

  • De beweging wordt niet snel genoeg uitgevoerd: Een krachtige en snelle heupbeweging is essentieel voor het succesvol uitvoeren van de hoge steun. Als deze beweging niet snel genoeg wordt uitgevoerd, kan de kajak verder kantelen dan de bedoeling is en kan de vaarder te water raken. Het is belangrijk om de beweging snel en krachtig uit te voeren en hierbij te vertrouwen op de ondersteuning van het onderlichaam, de romp en de peddel.
  • De steunende arm hangt te ver naar achteren: Bij het uitvoeren van de hoge steun is het belangrijk dat de steunende arm niet te ver naar achteren hangt. Als de arm te ver naar achteren hangt, kan dit leiden tot een gevaarlijke situatie waarbij de arm uit de kom raakt of andere blessures ontstaan. Zorg er daarom voor dat de arm niet te ver naar achteren hangt, maar zich op een natuurlijke en comfortabele positie bevindt tijdens de uitvoering van de beweging.

Door deze aandachtspunten in acht te nemen en regelmatig te oefenen, kan je als kajakker de hoge steun effectief en veilig uitvoeren. Let hierbij goed op je eigen lichaam en houding om blessures en ongevallen te voorkomen.
 

Scullen

Wrikken (of scullen) kan het best worden omschreven als een voortdurende, hoge steun. De techniek van het uitvoeren van deze steun kan worden beschouwd als voldoende effectief wanneer de kajakvaarder zonder de steun die het scullen biedt, zou zijn omgeslagen.

Met andere woorden, scullen is een cruciale vaardigheid voor kajakkers die de stabiliteit van hun vaartuig willen behouden en hun veiligheid willen waarborgen tijdens het peddelen. Het vergt oefening en beheersing, maar de beloning is een verbeterde controle over de kajak en een verhoogd gevoel van vertrouwen op het water.

12

Bron tekening: N.K.B.

Er zijn verschillende situaties waarin kajakkers moeten vertrouwen op hun stabiliteitsvaardigheden om veilig en effectief te kunnen peddelen. Een paar voorbeelden van  situaties waarbij het scullen gebruikt kan worden zijn:

  • In een sterke wind die constante steun vereist: Wanneer er sprake is van sterke wind, kan de kajak snel uit balans raken. Om de controle te behouden en veilig te blijven peddelen, moeten kajakkers vertrouwen op hun vermogen om constante steun te bieden. Dit kan worden bereikt door bijvoorbeeld het gebruik van wrikken of scullen om een hoge, voortdurende steun te creëren.
  • In een wals om te blijven liggen: Een wals is een sterke, ronddraaiende stroming die kajakkers uit balans kan brengen en kan omslaan. Om veilig te blijven in een wals, moeten kajakkers hun stabiliteitstechnieken gebruiken om hun positie te behouden. Dit kan bijvoorbeeld worden bereikt door het gebruik van een sterke peddelsteun of door het gebruik van de juiste lichaamshouding om het zwaartepunt van de kajak te behouden.
  • Tijdens een redding waarbij constante steun is vereist: Wanneer er een redding nodig is, kan de kajakker die gered moet worden instabiel zijn en uit balans raken. In dergelijke gevallen moeten redders en andere kajakkers hun stabiliteitstechnieken gebruiken om de redding veilig en effectief uit te voeren. Dit kan bijvoorbeeld worden bereikt door constante steun te bieden met behulp van wrikken of scullen, zodat de kajakker die gered wordt veilig blijft terwijl de redding wordt uitgevoerd.

Het vermogen om constante steun te bieden is essentieel voor veilig en effectief kajakken, vooral in situaties waarin de omstandigheden uitdagend zijn. Door je stabiliteitstechnieken te verbeteren, krijg je als meer vertrouwen en zal je peddelervaring verbeteren.

Techniek

Wanneer je het scullen uitvoert in je kajak, is het van groot belang om de juiste techniek toe te passen om  effectief te kunnen scullen. Hieronder volgt een beschrijving van de juiste posities en bewegingen van de armen, het onderlichaam, de romp, het hoofd, de peddel en het blad tijdens het uitvoeren het scullen:

Armen:

  • Plaats de armen in de positie zoals bij een hoge steun.
  • De arm aan de steunzijde maakt een heen en weer gaande beweging met gefixeerde armen.
  • De pols draait het blad in de uiterste standen in de goede stand.

Onderlichaam:

  • De knie aan de niet-steunzijde drukt de kajak omhoog tot de kajak ongeveer 45 graden uit balans is.
  • Bij nog verder kantelen drukt de knie aan de steunzijde de kajak zodat de hoek niet groter dan 80 graden wordt.

Romp:

  • De romp is geknikt naar de niet-steunzijde toe.
  • De romp is eerst haaks op de kajak:
    • Bij nog verder kantelen gaat de romp naar achteren.
    • Bij ver kantelen ligt de romp in het water.

Hoofd:

  • Het hoofd is nog verder dan de romp geknikt naar de niet-steunzijde.
  • Bij ver kantelen liggen beide oren in het water, het gezicht omhoog.

Peddel:

  • Houd de steel zo horizontaal mogelijk.
  • Het midden van de slag is haaks op de kajak.

Blad:

  • Het blad maakt een hoek van maximaal 30 graden met het water.
  • Het blad wordt aan het einde van de slag gedraaid, naar 30 graden in de andere richting.

Door de bovenstaande richtlijnen te volgen bij het uitvoeren van het scullen in een kajak, kun je de stabiliteit van de kajak verbeteren.. Het vergt veel oefening en beheersing, maar met de juiste techniek kun je jouw vaardigheden op het water verbeteren en het plezier in het kajakken vergroten.

Punten van aandacht.

Bij het scullen is het belangrijk om op verschillende punten te letten. Zo is het essentieel dat de pols en elleboog aan de 'hangzijde' niet onder de peddel bewegen, om te voorkomen dat de peddel wegglijdt. Daarnaast is het van belang om de arm tegenover de 'hangzijde' niet kort 'verankerd' tegen het lichaam en de zijkant van de kajak te houden, om voldoende ruimte te creëren voor de bewegingen van de peddel. Ook moeten de slagen niet te kort of te wild zijn, om een constante en efficiënte beweging te kunnen behouden.

Een ander belangrijk punt van aandacht is de hellingshoek van het blad. Als deze verkeerd wordt ingesteld, kan het blad onder water duiken of steeds uit het water getild worden. Daarnaast is het cruciaal dat het blad steeds vlak op het water wordt gehouden om een optimale krachtontwikkeling te verkrijgen. Ten slotte moet de hoge steun die het scullen moet eindigen niet te ver naar voren of achteren worden ingezet, om te voorkomen dat het 'opkomen' mislukt en de kajak omslaat. Door op deze punten te letten, kan het scullen op een effectieve manier worden uitgevoerd.

Belangrijk om te weten!

Bij het scullen, waarbij de kajak verder uit balans is dan bij de lage steun, is een goede beheersing van de hoge steun vereist om te corrigeren. Het is belangrijk om te weten dat bij het oefenen van deze techniek het risico op omslaan aanwezig is. Scullen "met het oor in het water" is minder belastend voor de bovenarmen dan scullen waarbij het lichaam en hoofd niet worden "gedragen" door het water. Deze "extreme" variant van scullen wordt echter niet toegepast bij wildwater kajakvaren, maar wel bij zeekajak varen. Bij de traditionele Groenlandse technieken, waarbij een niet-gedraaide "Groenlandse peddel" wordt gebruikt, is "scullen met de oren in het water" de basisvorm van vrijwel alle handroltechnieken die eindigen via het achterdek. Houd hierbij rekening dat een goede beheersing van de techniek essentieel is en dat het oefenen onder begeleiding van een ervaren kajak-instructeur wordt aanbevolen.

De "Keuken Roll"

Tijdens de Corona crisis werden we allemaal beperkt in onze bewegingsvrijheid. Als gevolg hiervan was er meer tijd om online te zoeken naar nieuwe activiteiten en technieken om onszelf bezig te houden. Tijdens één van mijn zoektochten kwam ik een filmpje tegen dat me terugbracht naar mijn eigen ervaringen met het leren van de roll of de hoge steun.

Ongeveer twintig jaar geleden leerde ik deze techniek om mezelf te helpen begrijpen welke bewegingen tot welke resultaten leidden en of deze voor iedereen hetzelfde waren. Nu, met mooi weer en beperkte trainingsmogelijkheden, heb ik besloten om de "Keuken roll" als oefening te laten zien.

Als je interesse hebt in deze techniek en graag meer wilt weten over de roll of de hoge steun, dan is deze oefening misschien iets voor jou. Het is in ieder geval een manier om je te verdiepen in nieuwe vaardigheden en technieken.


Wanneer je bent omgeslagen en je wilt gaan oprollen in een kano, is het essentieel dat je jezelf naar de juiste kant van de boot manoeuvreert om op te rollen.

De juiste houding om op te rollen is met je gezicht naar boven gericht, waarbij je kano lichtjes is gekanteld en je lichaam zich min of meer naar het wateroppervlak richt. Vervolgens probeer je zoveel mogelijk op je schouders te drijven, waardoor je de juiste houding aanneemt voor het eerste deel van de oprol.

Op deze manier kijk je als het ware door het water naar boven, richting de lucht. Door jezelf in deze positie te plaatsen, ben je klaar om de rest van de oprolbeweging uit te voeren en weer rechtop te komen in je kano. Het is een uitdagende techniek, maar met de juiste houding en techniek kun je succesvol zijn in het oprollen van je kano nadat je bent omgeslagen.

Keuken roll 01
Keuken roll 02
Keuken roll 04

Bij het uitbrengen van de peddel gebruik je een krukje of een stoel die als wateroppervlak fungeert. Zorg ervoor dat je de eerste beweging begrijpt en dat je deze goed kunt uitvoeren voordat je verder gaat met de volgende stap.

Wanneer je begint met het gebruik van de peddel, zorg er dan voor dat deze uiteindelijk haaks op je denkbeeldige kano komt te staan. Het is ook belangrijk om geen druk uit te oefenen op het krukje of de stoel de beweging moet uit eindelijk uit de heup beweging voort komen.

De heupbeweging is een essentieel onderdeel van het uitvoeren van een kajak rol. Om de beweging correct uit te voeren, begint je met het naar beneden drukken van je linker bil terwijl je je rechter bil omhoog duwt. Tegelijkertijd gebruikt je je rechterknie als ondersteuning en duwt u deze omhoog. (tegen het dek van de kajak)

Om de beweging af te ronden, geeft je lichte druk op het krukje of de stoel als ondersteuning. Het is belangrijk om op te merken dat de techniek vanuit de heup komt en het krukje of de stoel alleen als ondersteuning dient.

Door deze techniek te beheersen en regelmatig te oefenen, kunt je je kajak rol verbeteren en je algehele kajakvaardigheden naar een hoger niveau tillen.

Keuken roll 05
Keuken roll 06

Het correct plaatsen van je hoofd is een cruciaal onderdeel voor het uitvoeren van een succesvolle kajakrol. Dit is het gedeelte waar het meestal fout gaat, dus het is belangrijk om extra aandacht te besteden aan je hoofdpositie.

Wanneer je opkomt uit het water, laat je je hoofd richting het water hangen op je schouder. Het is belangrijk om eerst je boot omhoog te brengen, dan je lichaam en als laatste je hoofd. Een handige tip is om tijdens het opkomen je gezicht richting het water te draaien. Dit helpt je om je hoofd in de juiste positie te houden terwijl je omhoog komt.

Een belangrijk aandachtspunt bij het plaatsen van je hoofd is om je linkerarm tegen je lichaam te houden. Dit helpt je om je lichaam in balans te houden en ondersteunt je bij het omhoog komen uit het water.

Een belangrijk aspect van het succesvol uitvoeren van een kajakrol is het trainen van het spiergeheugen in je lichaam. Een manier om dit te bereiken is door regelmatig te oefenen en de bewegingen te herhalen totdat ze in het geheugen van je spieren zijn ingeslepen.

Een nuttige oefening om je spiergeheugen te trainen is het volhouden van de houding nadat je omhoog bent gekomen tijdens het uitvoeren van de kajakrol.

Keuken roll 08
Keuken roll 09

Blijf deze houding volhouden totdat je weer rechtop zit en breng dan pas je hoofd weer in het midden.

Door deze oefening regelmatig zowel links als rechts uit te voeren, zul je merken dat je de beweging steeds vloeiender en efficiënter uitvoert. Het spiergeheugen van je lichaam zal zich aanpassen en je zult uiteindelijk veel profijt hebben van deze oefening tijdens het uitvoeren van de kajakrol.